Veel agrariërs zijn in het handelsregister ingeschreven als een maatschap of een vennootschap onder firma (hierna: “vof”). In de uitspraak van 8 september 2021 oordeelt de rechtbank Midden-Nederland dat de benaming die aan de samenwerkingsvorm is gegeven, niet doorslaggevend is voor de kwalificatie van die samenwerkingsvorm.
Waarom is het onderscheid van belang?
Juridisch gezien is het onderscheid tussen beide samenwerkingsvormen van groot belang. Zo zijn de vennoten van een vof ieder hoofdelijk aansprakelijk voor alle schulden van de vof. Hoofdelijke aansprakelijkheid houdt in dat elk van de vennoten persoonlijk kan worden gedwongen om de gehele schuld na te komen. Dit terwijl de maten van een maatschap ieder aansprakelijk zijn voor een gelijk deel van de schulden van de maatschap. Dat betekent dat elk van de maten slechts kan worden gedwongen om een gelijk deel van de schuld na te komen.
Oordeel rechtbank
De uitspraak gaat over de aansprakelijkheid voor drift/overwaaiing van gewasbeschermingsmiddelen. Over de aansprakelijkheid en de feiten van de zaak leest u meer in onze blog.
In het kader van die aansprakelijkheid moest de rechter een oordeel vellen over het samenwerkingsverband van de betrokken agrariër. De rechtbank stelt vast dat de samenwerkingsvorm van de agrariër zich richt op de uitoefening van een agrarisch bedrijf en niet een beroep. Dit volgt volgens de rechtbank ook uit de activiteiten die in het handelsregister zijn ingeschreven. De rechtbank oordeelt dat de benaming die aan de samenwerkingsvorm is gegeven (in dit geval de maatschap), niet doorslaggevend is voor de kwalificatie van die samenwerkingsvorm. Nu de agrariër zich richt op uitoefening van een agrarisch bedrijf en geen sprake is van een beroep, oordeelt de rechtbank dat de samenwerkingsvorm kwalificeert als een vof. Het gevolg is dat alle vennoten naast de vof hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de nakoming van de verplichting (betaling schadevergoeding). Als sprake was van een maatschap waren de vennoten niet hoofdelijk aansprakelijk.
Wettelijk verschil tussen maatschap en vof
De maatschap is een overeenkomst, waarbij twee of meer personen zich verbinden om iets in gemeenschap te brengen, met het oogmerk om het daaruit ontstane voordeel met elkaar te delen (artikel 7A:1655 BW). De vof is een maatschap, die zich richt op de uitoefening van een bedrijf en onder een gemeenschappelijke naam is aangegaan (artikel 16 Wetboek van Koophandel). De vof is dus een bijzondere vorm van een maatschap.
Uitoefening agrarisch bedrijf?
Voor de kwalificatie als vof is het dus van belang of de samenwerkingsvorm zich richt op de uitoefening van een (agrarisch) bedrijf. Betekent dit nou dat een agrarisch bedrijf altijd als een vof kwalificeert? Het gaat om het onderscheid tussen een bedrijf en een beroep onder een gemeenschappelijke naam. Indien er sprake is van een bedrijfsuitoefening onder een gemeenschappelijke naam, zal de samenwerking als een vof moeten worden aangemerkt. Gaat het om een beroep, dan is er sprake van een maatschap.
Bedrijf of beroep?
Het onderscheid tussen een bedrijf en een beroep is lastig te maken. Aangenomen wordt dat sprake is van beroep wanneer het gaat om diensten in de geestelijke/persoonlijke sfeer. Het zijn unieke persoonsgebonden werkzaamheden van kunstzinnige aard. Met name zelfstandige beroepen zoals artsen, advocaten en adviseurs vallen daaronder. Het begrip bedrijf ziet meer toe op werk van stoffelijke aard, zoals landbewerking of het bouwen van een werk. Het gaat dan om de commerciële uitoefening van een bedrijf, gericht op winst. Het criterium van de Hoge Raad is of de samenwerkingsvorm naar algemeen gangbare opvattingen een beroep of bedrijf is. De grenzen tussen de begrippen bedrijf en beroep vervagen. Het criterium van de Hoge Raad geeft niet altijd een duidelijk antwoord.
Ontwikkelingen
De wetgever is al lange tijd bezig om de wetgeving van de personenvennootschappen aan te passen. Sinds het verschijnen van de huidige regeling zijn er twee mislukte pogingen ondernomen om de wetgeving te vernieuwen. Het laatste ontwerp is in 2011 ingetrokken door de minister van Justitie.
Op 22 februari 2019 is door de minister na aandringen van de praktijk een nieuwe derde versie van wetgeving in internetconsultatie gebracht. In die regeling wordt een einde gemaakt aan het onderscheid tussen beroep en bedrijf. De samenwerkingsvormen maatschap en de vof worden samengevoegd tot één soort personenvennootschap waarin alle vennoten in beginsel hoofdelijk aansprakelijk zijn. Het wetsvoorstel bevindt zich nog steeds in een voorbereidende fase. Het is nog niet zeker of en zo ja wanneer dit wetsvoorstel wordt aangenomen.
Gevolgen voor de praktijk
Wanneer een samenwerkingsverband in de landbouw zich richt op het behalen van winst, een duurzaam en georganiseerd karakter heeft en als zodanig naar buiten optreedt, zal (in beginsel) aangenomen moeten worden dat sprake is van een bedrijf en niet een beroep. Dat zou betekenen dat bijna alle agrarische samenwerkingsverbanden, bedrijf zijn en als een vof aangemerkt moeten worden, ondanks dat zij naar buiten treden als een maatschap en zo bij de Kamer van Koophandel staan ingeschreven.
Het onderscheid tussen bedrijf en beroep is niet langer wenselijk en zorgt alleen voor onduidelijkheid. De wetgever is nu aan zet om deze onduidelijkheid weg te nemen en snel de wetgeving door te voeren.
Geschreven door: Ewa Koryzna (uit dienst)