De realisatie van een bouwwerk in strijd met het bestemmingsplan[1] kan via de WABO. Hiervoor geldt wel een aantal formaliteiten.
Onderzoek bestemmingsplan
Wie een bouwwerk wil realiseren zal eerst het bestemmingsplan raadplegen. Als het bestemmingsplan het bouwwerk niet zonder meer toestaat, bieden de meeste bestemmingsplannen mogelijkheden om van het bestemmingsplan af te wijken of dit te wijzigen (onder voorwaarden opgenomen in bestemmingsplan). De bevoegdheid om af te wijken of te wijzigen ligt meestal bij het college van burgemeester en wethouders of kan aan hen worden gedelegeerd.
Realisatie via omgevingsvergunning
Als iemand een activiteit in strijd is met het bestemmingsplan wil realiseren (bijvoorbeeld bouw van woning in strijd met bestemmingsplan), wordt in het kader van de aanvraag omgevingsvergunning onderzocht of gebruik van de gronden bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan mogelijk is. (artikel 2.1, lid 1 sub c jo artikel 2.12, lid 1 sub a Wabo). Een activiteit in strijd met het bestemmingsplan kan worden verleend:
1. met toepassing van de in het bestemmingsplan opgenomen regels inzake afwijking
(bestemmingsplan geeft aan in welke gevallen afwijking mogelijk is. Bevoegd gezag
gaat na of aan die voorwaarden is voldaan);
2. in de bij het Besluit omgevingsrecht aangewezen gevallen (zoals bijvoorbeeld bijbehorend
bouwwerk van bepaalde omvang in achtererfgebied of dakkapel);
3. indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering
van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat (in situaties van wijzigings-
bevoegdheid uit bestemmingsplan en overige situaties).
In het laatste geval moet de aanvrager dus aantonen dat de door hem gewenste activiteit a) niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en moet hij b) zijn aanvraag voorzien van een goede ruimtelijke onderbouwing. Als het gaat om invulling van de wijzigingsbevoegdheid die het bestemmingsplan biedt, moet de aanvrager aantonen dat aan die wijzigingsvoorwaarden is voldaan.
Hoewel de bevoegdheid om te beslissen op de omgevingsvergunning berust bij het college van burgemeester en wethouders, is voor een besluit als bedoeld onder 3 ook c) een verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad vereist. Deze verklaring wordt regelmatig vergeten. Met deze verklaring wordt beoogd dat het primaat van de ruimtelijke inrichting van het gebied van een gemeente blijft berusten bij de gemeenteraad. Zo kan niet via het college van B & W een activiteit worden verleend die de gemeenteraad bij het vaststellen van het bestemmingsplan (expliciet) heeft tegengehouden. De gemeenteraad mag een verklaring van geen bedenkingen alleen weigeren in het belang van een goede ruimtelijke ordening. De gemeenteraad kan categorieën gevallen aanwijzen waar een verklaring niet is vereist.
Tip:
Degene die een activiteit wil ondernemen in strijd met het bestemmingsplan, doet er verstandig aan eerst te kijken welke vereisten daarvoor gelden. Vraag zo nodig tijdig een verklaring van geen bedenkingen aan.
[1] Waar wordt geschreven bestemmingsplan wordt ook bedoeld: beheersverordening