Een echtpaar besluit te scheiden en heeft huwelijkse voorwaarden niet nageleefd. Doordat zij het verrekenbeding tijdens het huwelijk niet zijn nagekomen zijn zij verplicht om bij het einde van het huwelijk alsnog te verrekenen één en ander volgens wettelijke bepalingen. De verplichting om bij einde van het huwelijk te verrekenen is bedoeld om de echtgenoot die geen kans heeft gehad het bespaarde inkomen te beleggen in eigen vermogen om zodoende zijn of haar vermogen te vergroten bij het einde van het huwelijk deze mogelijkheid alsnog krijgt. Er volgt een procedure welke eindigt bij de Hoge Raad.
Huwelijkse voorwaarden
Man en vrouw trouwen in 1971 met elkaar onder huwelijkse voorwaarden. De voorwaarden hielden onder meer in uitsluiting van elke gemeenschap van goederen, behalve inboedel, en de afspraak het netto bespaarde inkomen bij helfte te delen. Zij hebben tijdens het huwelijk aan dit periodiek verrekenbeding geen uitvoering gegeven. Nu zij gedurende het huwelijk dit niet hebben gedaan, moeten zij dit bij het einde van het huwelijk alsnog doen. Dit is in de wet bepaald. Het huwelijk wordt in december 2008 beëindigd en het aanwezige vermogen wordt geïnventariseerd.
Wat is het conflict?
Man en vrouw maken ruzie over het vaststellen van de gevolgen van het niet nagekomen verrekenbeding over verschillende goederen. Bij de Hoge Raad speelt alleen het geschil over de verdeling van de overwaarde in de woning, waarvan de vrouw eigenaar was sinds 1996. Voordat de vrouw eigenaar werd van deze laatst door hen bewoonde woning, woonden het paar eerder in drie andere woningen tijdens het huwelijk. Voor de financiering van de verschillende woningen zijn hypothecaire leningen aangegaan op naam van beiden. Verder zijn deze woningen gefinancierd met overwaarde als resultaat uit de verkoop van woningen. De man stelt zich op het standpunt dat de overwaarde van de laatste woning toekomt aan beiden, omdat deze overwaarde is ontstaan uit rente en aflossingen die hij heeft voldaan. Verder stelt hij dat er privé vermogen door hem is geïnvesteerd in deze woning. De vrouw is het hiermee niet eens. Bij de rechtbank krijgt de man het gelijk aan zijn kant, bij het gerechtshof de vrouw.
Wat zegt de Hoge Raad?
De vraag die bij de Hoge Raad ten slotte voorligt luidt: is voor de toepassing van het verrekenbeding relevant van wie het overgespaarde inkomen afkomstig is en in welk vermogen dat terecht komt?
Als partijen een verrekenbeding overeenkomen waarbij zij bespaard inkomen verdelen en dat nalaten, brengt een redelijke en billijke uitleg met zich mee dat bij het einde van het huwelijk de vermogensvermeerdering wordt gedeeld. Juist ook de vermogensvermeerdering die is ontstaan door belegging wordt in de verrekening betrokken. Hetzelfde geldt voor een belegging die gefinancierd is met geleend geld waarop is afgelost met inkomen dat voor verrekening in aanmerking zou zijn gekomen. De strekking van de wetsbepalingen om bij het einde van het huwelijk alsnog verplicht af te rekenen is bedoeld om een echtgenoot die niet de kans heeft gehad om de inkomsten die hem of haar bij verrekening tijdens het huwelijk zouden zijn toegekomen, in eigen vermogen te beleggen om daarmee zijn of haar vermogen te vermeerderen. Hierbij maakt het geen verschil met wiens overgespaarde inkomen en in wiens vermogen wordt geïnvesteerd.
Tip
Vele echtparen gehuwd onder huwelijkse voorwaarden verrekenen tegenwoordig, mede op advies van hun accountant. Echter, er zijn nog steeds echtparen die de gemaakte afspraken in de huwelijkse voorwaarden helaas niet nakomen. Als u besluit om met elkaar te trouwen onder huwelijkse voorwaarden, waarin u overeenkomt om het bespaarde inkomen jaarlijks te verrekenen, kom deze afspraak dan na. Het bespaart tijd, kosten en ergernis als het huwelijk onverhoeds door echtscheiding eindigt.