De rechtbank acht een consument niet gebonden om de gekochte landbouwgrond af te nemen. Hij is niet goed voorgelicht door de verkoper.
De laatste jaren is herhaaldelijk publiekelijk aandacht besteed aan verkopers die verkavelde agrarische grond aan de man proberen brengen. Kopers zijn daarbij in de veronderstelling dat op die grond een woning kan worden gebouwd, terwijl dat in de praktijk niet mogelijk is en ook niet mogelijk zal worden.
De rechtbank Midden-Nederland heeft in zo’n casus geoordeeld. De koop was al tot stand gekomen en er was een notaris aangezocht de akte te passeren. De notaris wees de koper erop dat het een zeer speculatieve aankoop betrof, waarbij voor de agrarische grond, met een waarde van ergens tussen de € 6 en € 10, € 185 zou gaan worden betaald. De notaris had geen gegevens over een toezegging om de bestemming te wijzigen. De koper heeft de overeenkomst ontbonden, waarop de verkoper vordert dat de rechtbank hem veroordeelt om te betalen.
Volgens de koper had de verkoper hem allerlei informatie voorgehouden die de indruk wekte dat er daadwerkelijk een woning kon worden gebouwd of dat daarvoor concrete plannen waren zodat binnen afzienbare termijn kon worden gebouwd. De koper was niet verteld dat het agrarisch bestemde grond was. Verkoper deed zich voor als ontwikkelaar die een project aanbood – maar volgens de rechtbank was de verkoper in feite geen projectontwikkelaar.
De rechtbank oordeelt dat sprake is van een misleidende handelspraktijk, omdat de consument-koper essentiële informatie is onthouden. Daardoor nam hij een beslissing die hij, als hij goed was geïnformeerd, niet had genomen (artikel 6:193d BW).
De uitspraak vindt u hier.