Waterschappen mogen een vergoeding vragen voor het gebruik van hun eigendommen. Dit mag ook als het waterschap een vergunning heeft verleend voor het hebben van een steiger of een dam.
Situatie
De eigenaar van een bootje beschikte op grond van de keur over een vergunning om een steiger te hebben in de ringvaart van het Haarlemmermeer. Het destijds nog bestaande waterschap had deze vergunning in 1999 verleend. Het inmiddels gevormde Hoogheemraadschap voerde in 2006 een zogenaamd ‘eigendommenbeleid’ in. Hiermee wilde het Hoogheemraadschap voor het gebruik van de eigendommen een marktconforme vergoeding te incasseren. Aan de eigenaar van het bootje werd een overeenkomst voorgelegd. Daarin was opgenomen dat hij na een overgangsperiode een jaarlijkse vergoeding voor het gebruik van de eigendommen van het Hoogheemraadschap zou betalen. Indien hij de overeenkomst niet zou ondertekenen, zou het Hoogheemraadschap handhavend optreden. De eigenaar van het bootje ondertekende niet, waarna het Hoogheemraadschap een procedure startte. Het eiste op grond van het eigendomsrecht van de bodem en de oever van de Ringvaart verwijdering van de steiger eiste.
Oordeel Hoge Raad
De rechtbank en het gerechtshof wezen de vorderingen af, onder meer omdat volgens hen de verleende vergunning impliceerde dat er ook toestemming zou zijn voor het gebruik van de bodem en de oever van de Ringvaart. In cassatie kwam de Hoge Raad tot een ander oordeel. Die vindt dat de vergunning op grond van de keur alleen is vereist in verband met de waterstaatkundige belangen. Uit de verlening van de vergunning mag niet worden afgeleid dat het Hoogheemraadschap daarmee ook toestemming verleent voor het gebruik van zijn eigendommen.Voor het gebruik van het water en de bodem mag het Hoogheemraadschap een vergoeding verlangen. Wordt die niet betaald, dan kan het Hoogheemraadschap het gebruik van zijn eigendom beëindigen. Over de vraag hoe hoog een eventuele vergoeding kan zijn en of het waterschap daarbij gebonden is aan haar eigen precario-belastingverordeningen, moet nog een oordeel gegeven worden.
Gevolgen praktijk
Deze uitspraak van de Hoge Raad ondersteunt het streven van overheidsinstellingen, zoals waterschappen, provincies en gemeenten, om extra inkomsten te halen uit hun eigendommen. In ieder geval blijkt uit deze uitspraak dat een vergunning, ook al is die al geruime tijd geleden verleend, er niet aan in de weg staat om daarnaast een vergoeding voor het gebruik van publieke eigendommen te vragen. Het gaat om het arrest van 9 november 2012, LJN BX0736.