De term ‘uitvoerbaar bij voorraad’ komt in veel juridische procedures aan de orde, ook in pachtzaken. Dit artikel gaat in op wat de term inhoudt en in welke gevallen iemand hiervan gebruik moet maken.
Wat is uitvoerbaar bij voorraad?
De rechter kan in een civiele procedure een vonnis bij voorraad uitvoerbaar verklaren. Dit houdt in dat de eiser (diegene die om de veroordeling gevraagd heeft) het vonnis kan laten uitvoeren, ook al wordt tegen dat vonnis hoger beroep ingesteld door diegene die veroordeeld is. Iemand die veroordeeld is om een geldsom te betalen en tegen die veroordeling hoger beroep heeft ingesteld, kan desondanks gedwongen worden om te betalen als het vonnis bij voorraad uitvoerbaar is verklaard. Dit houdt in dat al aan het vonnis moet worden voldaan, voordat dit definitief is.
Het is gebruikelijk om in een procedure de rechter te vragen de veroordeling bij voorraad uitvoerbaar te verklaren. Daarvoor hoeft geen bijzondere motivering te worden gegeven. De meeste advocatenkantoren nemen dit verzoek standaard op.
Pachtbeëindigingsprocedures
In het pachtrecht komt de uitvoerbaarheid bij voorraad op een bijzondere manier aan de orde. Als de pachtkamer een vordering van een verpachter om de pachtovereenkomst na opzegging te beëindigen toewijst, kan de rechter de veroordeling om te ontruimen bij voorraad uitvoerbaar verklaren. Dat kan echter alleen als de pachtkamer het verweer van de pachter ‘kennelijk ongegrond acht’.
Beoordeling in hoger beroep
De pachtkamer van het gerechtshof Arnhem (pachthof) oordeelde onlangs over het hoger beroep tegen een vonnis tot ontruiming, dat de pachtkamer bij voorraad uitvoerbaar had verklaard. Het ging daarbij om een verpachte boerderij, een hoeve, waarbij de pachter op de boerderij woonde. De pacht was na een procedure bij de pachtkamer van de rechtbank beëindigd. De pachter zou de boerderij uiterlijk op 1 mei 2016 moeten ontruimen.
De pachter was bang dat hij uit zijn woning gezet zou worden als de procedure bij het pachthof te lang zou duren. Bovendien zou hij dan natuurlijk al de nodige voorbereidingen moeten treffen. Om die reden heeft hij tegelijk met het instellen van het hoger beroep een zogenaamde incidentele vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging ingesteld. Op een dergelijke vordering moet door het gerechtshof worden beslist, voordat men met de behandeling van het eigenlijke hoger beroep begint.
In dit geval beslist het pachthof dat de pachter de woning en de boerderij nodig heeft om zijn bedrijf te kunnen uitoefenen. De verpachter had geen bijzonder belang om de pacht al op korte termijn te laten eindigen. De afweging viel daarom uit in het voordeel van de pachter. Hij mag de uitkomst van de procedure in hoger beroep afwachten, zonder dat hij hoeft te ontruimen. De uitkomst van het hoger beroep kan zijn dat de pachtbeëindiging niet doorgaat. Het kan ook zijn dat de pacht alsnog wordt beëindigd. In dat geval zal het pachthof een nieuwe ontruimingstermijn bepalen.
Advies
A&S Advocaten adviseert om in beëindigingszaken niet standaard uitvoerbaarheid bij voorraad te vorderen. Met name de ontruiming van een hoeve kan tot grote schade bij de pachter leiden. Als het pachthof dit vonnis in hoger beroep vernietigt, moet de verpachter deze schade aan de pachter betalen. Bovendien kan de uitvoerbaarverklaring bij voorraad tot procedures leiden zoals in deze zaak aan de orde was. De pachter neemt het zekere voor het onzekere, ook als de verpachter eigenlijk nog niet wilde ontruimen. Zijn er geen bijzondere omstandigheden, dan is het verstandig het hoger beroep af te wachten.
Pachtkamer gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, uitspraak 11 augustus 2015, ECLI:NL:GHARL:2015: 5956.