Op 7 november 2018 wees het Europese Hof van Justitie (hierna: “het hof”) arrest over de juridische houdbaarheid van het Programma Aanpak Stikstof (hierna: “de PAS”). Uit het arrest volgt dat het maar zeer de vraag is of de PAS stand zal houden.
PAS
Volgens de Europese Habitatrichtlijn moet Nederland maatregelen treffen om de natuurlijke leefomgeving van bepaalde diersoorten in stand te houden. Voor elk plan of project dat significante gevolgen kan hebben voor zo’n gebied moet Nederland een passende beoordeling maken. Daarbij moet Nederland waarborgen dat het plan of project geen doorgang vindt, als het de leefomgeving zal aantasten. Deze passende beoordeling moet in beginsel voor elke individuele situatie uitgevoerd worden.
Nederland heeft de PAS vastgesteld voor de daarin opgenomen Natura 2000-gebieden met als doel de vermindering van stikstofdepositie en het mogelijk maken van economische ontwikkeling. In de PAS is in het kort het volgende geregeld. Voor projecten die een stikstofdepositie veroorzaken die lager is dan 0,05 mol N/ha/jaar is geen toestemming nodig. Voor projecten met een depositie van 0,05 tot maximaal 1 mol N/ha/jaar geldt alleen een meldingsplicht. Pas wanneer de stikstofdepositie 1 mol overschrijdt, is een vergunning nodig.
De PAS betekent voor agrarische bedrijven dat een voornemen tot uitbreiding niet op individuele basis hoeft te worden beoordeeld. De PAS gaat uit van een rekenmodel met gemiddelden op basis waarvan er geen significante effecten zijn te verwachten voor de aangewezen Natura 2000-gebieden.
Uitspraak
De Raad van State heeft ten behoeve van de grote hoeveelheid aan hem voorgelegde zaken prejudiciële vragen aan het hof gesteld over de PAS. In de kern spitste deze vragen zich toe op de vraag of de PAS in overeenstemming is met de Habitatrichtlijn. Het hof oordeelt dat de Habitatrichtlijn in beginsel niet in de weg staat aan een programmatische aanpak zoals de PAS, die niet in alle gevallen een vergunning vereist. Nederland moet echter kunnen garanderen dat geen van de onder de PAS toegestane projecten en plannen schadelijke gevolgen heeft voor het betreffende gebied. Hierover mag wetenschappelijk gezien geen enkele twijfel bestaan.
De nationale rechter zal moeten oordelen of Nederland kan garanderen dat geen enkele toegestane activiteit onder de PAS schadelijk is voor de leefomgeving van diersoorten. Ik verwacht dat de PAS geen stand zal houden, omdat de staat deze garantie niet kan bieden.