Op 22 juni 2010 heeft de pachtkamer van het Gerechtshof Arnhem (het Hof) uitgemaakt dat de toeslagrechten bij het einde van de pacht volledig toekomen aan de pachter. Eerder was in eerdere procedure bepaald dat de pachter en verpachter ieder voor 50% recht hadden op de toeslagrechten. De verpachter maakt volgens het Hof geen aanspraak op enige vorm van vergoeding.
Prejudiciële vragen
Bij arrest van 21 januari 2010 heeft het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (het Hof van Justitie) prejudiciële vragen van het Hof beantwoord. Volgens het Hof van Justitie zijn er geen Europese regels die verplichten tot teruggave van de toeslagrechten aan de pachter. Verschil tussen toeslagrechten en productierechten In dit proefproces nam de verpachter de stelling in dat toeslagrechten bij het beëindigen van een pachtovereenkomst gelijkgesteld dienden te worden met productierechten, zoals melkquotum. Het Hof onderstreept het verschil tussen toeslagrechten en productierechten. Productierechten dienen (althans in hoofdzaak) de ordening van de landbouwmarkt. De toekenning van toeslagrechten is de voorzetting van een stelsel van rechtstreekse inkomenssteun die onder meer tot doel heeft om de landbouwbevolking van een redelijke levensstandaard te verzekeren. Het Hof geeft de pachter daarom gelijk in zijn stelling dat de verpachter geen aanspraak kan maken op (een deel van) de aan de landbouwer toegekende toeslagrechten, en evenmin op een vergoeding bij het einde van de pachtovereenkomst.
Gevolgen
Voor de praktijk betekent dit arrest dat een pachter vrijelijk over zijn toeslagrechten kan beschikken en bij het einde van de pacht daarover niet hoeft af te rekenen met de verpachter. Het Hof maakt met dit arrest duidelijk dat de toeslagrechten gekoppeld zijn aan de landbouwer, en niet direct aan diens productie. Zie www.rechtspraak.nl, Gerechtshof Arnhem, 22 juni 2010, LJN: BM8465 Voor vragen hierover kunt u contact opnemen met Jan van Vliet of Benno Nijman.