Na een storm van kritiek op een wetsvoorstel heeft de minister van I&M aan de kamer geschreven dat onteigeningen op basis van de ontwerp-Omgevingswet, net als nu, niet doorgaan tenzij de rechter de onteigening toestaat.
De wetgever heeft de Omgevingswet aangenomen. Die wet is nog niet helemaal compleet, op bepaalde onderdelen moeten er aanvullende wetten komen. Bijvoorbeeld de Aanvullingswet Grondeigendom. Daarin wordt onder meer de Onteigeningswet opgenomen, zij het in sterk gewijzigde vorm.
Volgens de Onteigeningswet kan de overheid niet onteigenen zonder dat de civiele rechter dat toestaat. In het ontwerp van de Aanvullingswet staat dat niet langer de civiele rechter, maar de bestuursrechter zich buigt over onteigeningen. En dan alleen als de eigenaar dat wil.
Daarbij komt, dat het volgens de Ontwerpwet mogelijk is dat iemand er pas achteraf achter komt dat hij is onteigend. Dat was velen te gortig, zie de internetconsultatie.
De minister blijft erbij dat in de toekomst de bestuursrechter zich met onteigeningen bezig moet gaan houden. De civiele rechter zal zich alleen nog met de schadevergoeding voor onteigening bezighouden, niet met de vraag of een onteigening mag doorgaan.
Zoals gezegd is de minister vanwege de reacties nu van mening dat een onteigening pas mag doorgaan als de bestuursrechter dat toestaat. De overheid die wil onteigenen, moet dat dus melden bij de bestuursrechter. Pas als de bestuursrechter ‘groen licht’ geeft, gaat de onteigening door. Dit is een gunstige ontwikkeling, bezien vanuit het perspectief van de bescherming van het eigendomsrecht.
De brief is te lezen op deze pagina.
Een belangrijke doelstelling van de Omgevingswetgeving wordt hiermee echter niet nageleefd: stroomlijning. De minister gaat de Aanvullingswet zo wijzigen dat de overheid eerst toestemming moet krijgen van de bestuursrechter. Dat is zeer ongebruikelijk in de Omgevingswet, en ook in het algemene bestuursrecht. In het omgevingsrecht is in 2008 bovendien afscheid genomen van een toestemmingsregeling (tot die tijd werd een gemeentelijk bestemmingsplan pas van kracht als de provincie dat goedkeurde).
Wat de stroomlijning betreft had het meer voor de hand gelegen om de onteigeningskwesties in handen van de civiele rechter te laten, die bovendien al 175 jaar ervaring heeft met deze materie.