Het rijksbeleid om uit voorzorg gezondheidsschade door hoogspanning te voorkomen werkt niet rechtstreeks door in bestemmingsplannen. Bij planschadeverzoeken moeten rekening worden gehouden met een ‘worst case scenario’, ook wel planmaximalisatie genoemd. In dat worst case scenario mag men er dus niet zomaar vanuit gaan dat het voorzorgsbeleid wordt toegepast.
In de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: “Afdeling”) van 14 november 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3691, concludeert de Afdeling – elf jaar na inwerkingtreding van het schadeveroorzakend bestemmingsplan en drie verschillende deskundigenrapporten en nog meer aanvullingen daarop verder – vooralsnog niet vaststaat of de planschadeverzoeker schade heeft geleden. Ondanks het feit dat het planschadeverzoek kort tegen het verstrijken van de verjaringstermijn van vijf jaar werd ingediend, is deze casus een voorbeeld van de veel gehoorde klacht dat bestuursrechtelijke procedures als taai en langdradig worden ervaren.
Uitzichtschade
Onder het oude planologisch regime mochten binnen een leidingstrook verschillende hoogspanningen met bijbehorende masten worden gerealiseerd, onder het nieuwe planologisch regime mag er één verbinding met verschillende spanningen worden gerealiseerd. De planschadeverzoeker vangt op een aantal punten in ieder geval bot. Met de uitspraak staat vast dat de planschadeverzoeker geen uitzichtschade lijdt; dat de nieuwe masten misschien zwaarder moeten worden uitgevoerd valt weg tegen het feit (‘voordeel’) dat onder het oude regime verschillende verbindingen met masten konden worden gerealiseerd.
Geluidsschade
Ook lijdt de planschadeverzoeker geen geluidsschade. Het samenvoegen van verschillende verbindingen/spanningen levert volgens de best beschikbare wetenschappelijke kennis niet zomaar extra geluidsoverlast op die door het menselijk oor waargenomen kan worden.
Gezondheidsschade
Ter zake mogelijke gezondheidsschade maakt de planschadeverzoeker een terecht punt. Volgens de StAB (de derde deskundige) was planologisch niet geregeld dat bij realiseren van een hoogspanningsververbinding rekening moet worden gehouden met het voorzorgsbeleid van het Rijk dat de magneetveldzone van 0,4 microtesla niet over woningen mag komen te liggen. Maar dat voorzorgsbeleid heeft wel zodanige juridische gevolgen dat het voorzorgsbeleid een beperking van de planologische mogelijkheden is, aldus de StAB. De Afdeling gaat daar niet in mee omdat ondanks het voorzorgsbeleid niet valt uit te sluiten dat op basis van het nieuwe bestemmingsplan de woning van de planschadeverzoeker binnen de 0,4 microtesla zone komt te liggen.
Volgens de Afdeling houdt een redelijk handelend koper rekening met dat voorzorgsbeleid. Weliswaar is het verband tussen hoogspanning en gezondheidsschade niet aangetoond, maar de vrees voor het ontstaan van gezondheidsschade als gevolg van het wonen in de buurt van een hoogspanningsverbinding is geen subjectieve beleving of onbestemde angst. Niet voor niets heeft het rijk voorzorgsbeleid opgesteld. Dat voorzorgsbeleid is tot stand gekomen omdat er statistisch significant verband bestaat tussen hoogspanning en gezondheidsschade, en om die reden heeft de Gezondheidsraad dat voorzorgsbeleid vorm gegeven. Een koper zal het risico op wonen in de 0,4 microteslazone verdisconteren in de koopprijs.
De Afdeling oordeelt dat het college van burgemeester en wethouders een nieuw besluit op het planschadeverzoek moet nemen. De procedure wordt dus nog vervolgd.
Nieuwe planologie
Deze uitspraak is overigens niet zonder meer toepasbaar op de meer recentelijk planologisch mogelijk gemaakte hoogspanningsverbindingen. In nieuwe situaties wordt tegenwoordig uitdrukkelijker verband gelegd met het voorzorgsbeleid. Niet alleen als het gaat om nieuwbouw nabij hoogspanningsverbindingen, maar ook bij het bepalen van het tracé.
Tip
Heeft u eigendom nabij een hoogspanningsverbinding? En is minder dan 5 jaar geleden het planologisch regime voor die verbinding gewijzigd? Laat dan onderzoeken of u mogelijk aanspraak maakt op een tegemoetkoming in planschade. Vanzelfsprekend kunnen wij u daarin bijstaan.