De Pachtnormen per 2018 laten, uitgezonderd de IJsselmeerpolders, een daling zien, die soms scherp is.
Zoals bekend worden de pachtprijzen jaarlijks herzien op basis van de bedrijfsuitkomsten in de landbouw. Deze wijzigingen, die dus zowel tot verhogingen als tot verlagingen kunnen leiden, werken op grond van de bepalingen van de wet automatisch door. Dit met ingang van het pachtjaar volgende op het tijdstip waarop de wijziging is gepubliceerd. Wanneer bijvoorbeeld de pachtovereenkomst indertijd is aangegaan per 1 november, dan geldt de nieuwe norm met ingang van dat tijdstip.
Naast dit automatisme, kan ieder van partijen op grond van artikel 7:333 lid 2 BW binnen een jaar nadat de pachtnormen zijn gewijzigd (tegenwoordig elk jaar) aan de Grondkamer vragen de tussen partijen overeengekomen tegenprestatie te herzien. De Grondkamer herziet dan de pachtprijs wanneer de redelijkheid en de billijkheid dit verlangen of de gewijzigde omstandigheden dit rechtvaardigen.
Het zal doorgaans de verpachtende partij zijn die om herziening vraagt, bijvoorbeeld ingeval bij het sluiten van de pachtovereenkomst een lagere pachtprijs is afgesproken dan op grond van de geldende normen had gekund.
Ook de pachter kan echter om herziening vragen. Daar zijn dan wel bijzondere omstandigheden voor nodig. Een voorbeeld van dergelijke bijzondere omstandigheden is te vinden in de publicatie op deze site van kantoorgenoot mr B. Nijman van 10 februari 2012 over de pachtprijs en zijn blog van 28 februari 2018.
Wanneer het voorgaande vragen oproept, kunt u het beste even bellen met ons of één van de andere kantoorgenoten van A & S.