Europese lidstaten moeten in het kader van bedrijfstoeslagen een geïntegreerd beheers- en controlesysteem opzetten met onder andere een systeem voor identificatie van landbouwpercelen. Nederland heeft dit gerealiseerd in het perceelsregister Agrarisch Areaal Nederland (AAN), dat wordt beheerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Dit perceelsregister wordt ook gebruikt voor controle van oppervlakte landbouwgronden voor andere regelingen, zoals de Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer. Handhaving aan de hand van het aan AAN is dwingend, zoals blijkt uit onderstaande casus.
Situatie
Een landbouwer heeft college van gedeputeerde staten (verder: GS) verzocht om subsidieverlening krachtens de subsidieregeling natuurbeheer voor agrarisch- en collectief agrarisch natuurbeheer, en ook om toeslagrechten voor het uitrijden van ruige stalmest. GS hebben de subsidie verleend en de vergoeding voor 2010 bepaald op € 21.986,73. In een bijlage bij dat besluit is toegelicht dat mogelijk nog geometrische correcties worden doorgevoerd, in welk geval de landbouwer voor 15 oktober 2011 een nieuw besluit ontvangt. Bij besluit van 7 november 2011 hebben GS de oppervlakte van de collectief beheerde eenheden aangepast. Een deel van de grond was namelijk in twee subsidies meegerekend. De landbouwer maakt tegen deze korting bezwaar, omdat GS voor 15 oktober 2011 hadden moeten reageren. GS verklaren dit ongegrond. Zij voeren aan dat uit controle van het AAN is gebleken dat voor een aantal beheereenheden van een gewijzigde oppervlakte moet worden uitgegaan. De landbouwer gaat in beroep bij de rechtbank.
Oordeel rechtbank en Raad van State
De rechtbank geeft de landbouwer gelijk. De rechtbank oordeelt dat GS het vertrouwensbeginsel hebben geschonden door in het besluit van 7 november 2011 de oppervlakte van de beheereenheden te corrigeren en een deel van de jaarvergoeding als onverschuldigd terug te vorderen. Het maakt daarbij niet uit dat GS op basis van het Unierecht daartoe verplicht was. De financiële gevolgen van het niet-nakomen van die verplichtingen komen voor rekening van GS, aldus de rechtbank. GS gaan in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
De Afdeling geeft GS gelijk en overweegt het volgende. Het vertrouwensbeginsel kan niet tegen een duidelijke Unierechtelijke bepaling worden aangevoerd. De landbouwer mocht dus niet vertrouwen op een gedraging (mededeling) van GS, die in strijd was met het Unierecht, namelijk dat aanpassing alleen voor een bepaalde datum kon plaatsvinden. GS moeten de oppervlakte van de subsidiabele grond baseren op de gegevens uit het AAN. Als de geconstateerde oppervlakte lager is, moet op grond van het Unierecht.
Tip
Voor aanvragen voor subsidies, bedrijfstoeslagen etc., raadpleeg het AAN altijd!
Bron: Uitspraak ABRS 23 april 2014, ECLI:NL:RvS:2014:1490.