Inleiding
Giften zijn handelingen die ertoe strekken dat de schenker wordt verarmd en de verkrijger verrijkt. Is de inbreng van grond tegen verpachte waarde in een maatschap een gift?
Hierover oordeelde het hof ’s-Hertogenbosch op 13 augustus 2013.
De casus
Vader heeft zijn agrarisch bedrijf tegen de verpachte waarde ingebracht in een maatschap met dochter en schoonzoon. Zij exploiteren het bedrijf tien jaar samen. Vervolgens nemen zijn dochter en schoonzoon het agrarisch bedrijf over tegen de verpachte waarde. Dochter en schoonzoon zetten het bedrijf samen voort.
Vader bepaalde bij testament dat zijn andere dochter alleen aanspraak maakt op de legitieme portie. De legitieme portie is het gedeelte van het vermogen van de ouder waarop het kind in weerwil van giften en testamenten aanspraak kan maken. Deze andere dochter is van mening dat haar zus is bevoordeeld doordat het bedrijf is gewaardeerd en overgenomen tegen de verpachte waarde in plaats van de onverpachte staat. De andere dochter is van mening dat met deze bevoordeling rekening gehouden moet worden bij de berekening van de legitieme portie.
Oordeel rechter
Het hof moet oordelen of de inbreng van het bedrijf in de maatschap tegen verpachte waarde kan worden aangemerkt als een voor de legitieme van belang zijnde gift. Het hof meent dat dit niet zo is. Uit de considerans van (overwegingen bij) de maatschapsakte en uit hetgeen in het voortzettingsbeding van de maatschapsovereenkomst is bepaald, valt af te leiden dat partijen bij maatschapsovereenkomst voor ogen hebben gehad de bedrijfsoverdracht aan de dochter te realiseren en aldus de continuïteit van het bedrijf te waarborgen.
Door de bedrijfsopvolger/ dochter is voldoende gesteld dat de waarde in verpachte staat gelijk gesteld kan worden met de agrarische waarde. Dit is de waarde waarbij voortzetting van het bedrijf financieel nog haalbaar is. Daarom oordeelt het hof dat de omstandigheid dat vader met zijn dochter en echtgenoot een maatschapsovereenkomst hebben gesloten waarin overnamebedingen zijn opgenomen en waarbij inbreng van grond tegen de waarde in verpachte staat heeft plaatsgevonden, er geen sprake is geweest van een gift aan zijn dochter.
Belang uitspraak
Deze uitspraak sluit aan bij de algemene jurisprudentie dat in een dergelijk geval geen sprake is van een gift. Essentieel is dat er sprake is van een nakoming van een verplichting, zoals een overname- en voortzettingsbeding in een overeenkomst, zonder dat er sprake is van bevoordelen. De waardering op een lagere waarde dan de economische waarde is noodzakelijk om voortgezette bedrijfsuitoefening te verzekeren.
Tip
Wilt u schenkingsbelasting besparen? Check uw maatschapsakte op overname- en voortzettingsbepalingen.
Uitspraak: hof ’s-Hertogenbosch 13 augustus 2013 RN2013/104 RFR2013/122