Alleen een belanghebbende kan zienswijzen indienen tegen een ontwerpbestemmingsplan. De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde dat degene die belanghebbende zou zijn, indien het ter inzage gelegde bestemmingsplan zou worden vastgesteld, ook kan opkomen tegen het niet tijdig vaststellen van een bestemmingsplan. Juridisch kader Ons bestuursrecht kent de figuur van de fictieve weigering. Dit houdt in dat indien een besluit niet wordt genomen binnen de termijn die daarvoor staat, dan ervan wordt uitgegaan dat het besluit is geweigerd. Tegen die (fictieve) weigering kan een belanghebbende bezwaar maken of beroep instellen. De gedachte is dat de burger daarmee een aanknopingspunt heeft om overheidsorganen die stil zitten of treuzelen, in beweging te krijgen. Tegen het besluit om een bestemmingsplan vast te stellen, kan beroep ingesteld worden. Datzelfde geldt voor de weigering om een bestemmingsplan vast te stellen. In beide gevallen kan uiteraard alleen beroep ingesteld worden door iemand die ook belang heeft bij dat beroep.
Situatie
In Apeldoorn had het gemeentebestuur een ontwerpbestemmingsplan voor de bouw van een aantal woningen ter inzage gelegd. Waarschijnlijk omdat de vraag naar woningen tegenviel, werd de planprocedure vertraagd en werd het ontwerpbestemmingsplan niet ter vaststelling aan de gemeenteraad voorgelegd. Iemand die tegenover het plangebied woonde en tegen de bouwplannen was, stelde beroep in tegen de weigering van de gemeenteraad om het bestemmingsplan vast te stellen. Hij zei dat de gemeenteraad niet binnen de wettelijke termijn van twaalf weken na de terinzagelegging van het ontwerp tot vaststelling van het plan had besloten. Daarmee was sprake van een besluit om de vaststelling te weigeren. Tegen die weigering stelde hij beroep in bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Hij voerde daarbij aan dat hij duidelijkheid wilde over het al dan niet doorgaan van het plan. De gemeenteraad stelde dat hij geen belang had bij een beroep. De buurtbewoner was tegen de bebouwing en zolang het plan niet was vastgesteld, kon er ook niet gebouwd worden. De planologische situatie was nog niet veranderd en zodra dat gebeurde zouden de omwonenden daarvan op de hoogte gesteld worden, zodat zij dan alsnog konden reageren. De gemeenteraad vond dan ook dat de Raad van State de buurtbewoner niet als belanghebbende kon aanmerken.
Oordeel Raad van State
De Raad van State dacht daar anders over. De vraag of iemand belang heeft bij het niet tijdig nemen van een besluit, is niet afhankelijk van diens belangen bij het besluit dat nog genomen moet worden. Als het gaat om de vaststelling van een bestemmingsplan zijn diegenen belanghebbend, die belang zouden hebben bij het nog vast te stellen besluit. Dat geldt zowel in het geval waarin het bestemmingsplan zou worden vastgesteld, als in het geval waarin het bestemmingsplan niet zou worden vastgesteld. Dat betekent dat zowel de projectontwikkelaar die graag wil dat het bestemmingsplan wordt vastgesteld, als de buurtbewoner die tegen dat bestemmingsplan is, duidelijkheid kunnen krijgen door op te komen tegen de weigering om het bestemmingsplan vast te stellen, indien dat besluit niet tijdig wordt genomen. Gevolgen praktijk Daarmee geeft de Raad van State zowel aan de burger als aan de projectontwikkelaar een handvat om de gemeenteraad te dwingen tot een keuze tussen bestemmen of niet bestemmen.